
Blog Post Title One
Ken je dat?
Je maakt met liefde een groentetaart – vol smaak, voedzaam, alles erop en eraan – en je kind weigert zelfs maar één hapje te nemen. Of erger nog: er ligt een verdwaald stukje ui of champignon op het bord en de hele maaltijd is meteen ‘verpest’.
Je denkt misschien: “Zo erg is dat toch niet? Eet gewoon de rest op.”
Maar voor je kind is het écht. De afkeer of angst die hij of zij voelt bij dat stukje eten is niet overdreven – het is oprecht. En als die spanning toeneemt, lukt het vaak niet meer om nog iets te eten.
Frustrerend? Zeker. Maar er is een eenvoudige tool die vaak rust brengt aan tafel: het nee-dankje-kommetje.
Wat is dat precies?
Heel simpel: een klein kommetje naast het bord waarin je kind alles mag leggen wat hij of zij niet wil eten. Zo ligt het ‘enge’ eten uit de weg, en vooral: het raakt de rest van het bord niet meer aan. Dat geeft een gevoel van veiligheid en controle.
Hoe gebruik je het?
Stel: je kind zegt “Ik wil geen ui!”
Dan kun je zeggen: “Je hoeft het niet te eten, leg het maar aan de kant.”
Voor sommige kinderen is dat genoeg. Maar anderen willen het écht van hun bord af:
“Ik wil het niet zien, het moet weg!”
Dan kun je zeggen: “Leg het maar in het nee-dankje-kommetje, dan kun je de rest gewoon eten.”
En plots: rust. Geen strijd meer, geen drama aan tafel. Dat is ook het hoofddoel van het kommetje – rust brengen. Niet dat het kommetje zo snel mogelijk leeg moet zijn, of dat het afgewezen eten later toch wordt opgegeten (al zou dat mooi meegenomen zijn).
Maar wat als ze álles in dat kommetje gooien?
Dat kan. Zeker in het begin. En dat is oké. Zorg er gewoon voor dat er altijd minstens één ding op het bord ligt dat je kind wél lekker vindt. Als je alleen maar onbekende of ‘enge’ dingen serveert, wordt eten nooit leuk.
Als ouder bepaal jij wat er op tafel komt. Je kind bepaalt wat en hoeveel hij of zij daarvan eet.
Het nee-dankje-kommetje helpt daarbij. Het haalt de druk van de ketel, en pas als er rust is, ontstaat er ruimte voor ontdekken, proeven, leren eten.